Bos Nieuwerkerk maakt gebruik van cookies om de bezoekers van onze website de best mogelijke ervaring te bieden en voor het analyseren van bezoekersgedrag waarmee we onze website kunnen verbeteren.

Blog

Het begon 50 jaar geleden… en eigenlijk nog eerder

Het verhaal van vijftig jaar Bos Nieuwerkerk begint officieel op 13 mei 1973 met de oprichting van Isolatie en Handelsonderneming Bos Nieuwerkerk B.V. door Leen Goedegebuure en Peter Bos. Officieus zelfs nog eerder. Met Ria Goedegebuure, de moeder van Martine, blikken we terug op een verleden, dat zonder overdrijven turbulent mag worden genoemd.

Het begon 50 jaar geleden… en eigenlijk nog eerder
Ria en Leen Goedegebuure

 

Ria, kun jij iets vertellen over het allereerste begin?

‘Ik ben een kruideniersdochter die zowaar naar de mulo in Rotterdam mocht. Wat bijzonder was eind jaren vijftig, in Nieuwerkerk aan den IJssel. De meesten gingen op hun vijftiende werken. Ik leerde mijn talen en haalde mijn middenstands- en typediploma. Leen was lasser toen we elkaar ontmoetten. Samen met een compagnon begon hij voor zichzelf. Ze richtten zich op kasverwarming en later op huisverwarming. In Slochteren was aardgas aangeboord en tuinders en huishoudens stapten over op dat gas voor verwarming. Leen volgde een cursus in radiatoren en gietijzeren ketels en begon met het installeren van convectieverwarming. Maar tijdens de eerste koude winter bleken de convectoren met te smalle pijpjes te zijn uitgevoerd om voldoende te kunnen verwarmen. Wij stelden de fabrikant aansprakelijk omdat we aan hun installatierichtlijnen hadden voldaan. Toch verloren we de rechtszaak. Zowel de fabriek als wij gingen failliet in 1968. Ik was toen net zwanger van Martine.’

Dus jullie konden weer helemaal opnieuw beginnen?

‘Ja, we waren alles kwijt, zowel zakelijk als privé. Ik ging bij mijn vader de administratie van de supermarkt doen en Leen richtte zich op kasverwarming. Een bedrijf in Kwintsheul verkocht stalen schoorstenen aan tuinders. Hun gemetselde schoorstenen konden niet tegen de rookgassen van aardgas: er waren metalen schoorstenen nodig. Leen werd gevraagd die te maken. Dus leerde hij zich dat aan, maar vier jaar later ging ook dat bedrijf failliet. Toen bedacht Leen om opnieuw zelf een bedrijf te starten samen met Peter Bos, met wie Leen eerder had samengewerkt. Omdat Goedegebuure een wat lastige naam zou zijn kozen ze als naam van het bedrijf: Bos Nieuwerkerk. En omdat ik een middenstandsdiploma had, kon het nieuwe bedrijf van start.’

Grip op de financiën

‘Bos Nieuwerkerk groeide meteen als kool. We maakten de grootste schoorsteen ooit, 20 meter hoog. Ik deed de administratie en de financiën. Leen was gewend met mondelinge afspraken te werken. Ik wilde meer grip op de afspraken. Als hij iemand salarisverhoging beloofde of een akkoord had met een toeleverancier, zei ik: “Dat gaan we direct vastleggen”. Zo werden we steeds professioneler en daarin vulden we elkaar heel goed aan.’

De keuken als kantine

‘We zaten in een oude boerderij met diverse oude schuren voor opslag. Leen was in de werkplaats druk met lassen en isoleren, waarbij zijn vader een grote hulp was. En we hadden hulp van mijn schoonmoeder. Omdat pa en ma Goedegebuure bij ons op het erf woonden, hadden onze kinderen Eddy, Martine en Walter een fijne oppas aan opa en oma. Mijn schoonmoeder zorgde ook voor koffie voor alle werknemers. Eerst in de keuken van de boerderij en later in de kantine. Bij overwerk in de avonden, werd er koffie bij ons in de woonkamer gedronken, strikt om acht uur. Kijken naar het journaal was heel belangrijk volgens Leen.’

 

Leen zag mogelijkheden om uit te breiden naar andere markten, de utiliteit en industrie. En hij zag kansen in het buitenland.

 

Uitbreiding naar andere sectoren

‘De schoorstenen werden goed verkocht, maar er kwam ook concurrentie. Leen zag naast de markt van tuinbouw ook mogelijkheden om uit te breiden naar andere markten, de utiliteit en industrie. En hij zag kansen in het buitenland. Ook startten we met een derde compagnon een tweede bedrijf op, onder de naam BGS Holland (Bos, Goedegebuure, Stassen). Dit bedrijf richtte zich op het maken van beladingsbalgen waarmee bulkgoederen stofvrij beladen konden worden. Eddy en Walter hebben daarin later een belangrijke rol gespeeld. Peter Bos vond al deze uitbreidingen maar niks en Leen en ik besloten hem uit te kopen. Dat lukte, voortaan zouden we het met z’n tweeën doen, zonder compagnons.’

Een verhuizing die bijna niet doorging

‘We groeiden als bedrijf en ook de schoorstenen werden langer en de diameters groter. We leverden schoorstenen voor grote namen als De Nederlandsche Bank, Paleis Het Loo en Niemeyer. Ook kregen we steeds meer opdrachten uit het buitenland. Met als gevolg dat de locatie aan de Albert van ’t Hartweg te klein werd. Op een dag kwam Leen thuis met de boodschap: “We gaan verhuizen”. Ik viel van de bank. Ik dacht dat we eindelijk rust en financiële zekerheid hadden, maar zo startte er toch weer een nieuw avontuur. En dat werd het ook. Leen had grond aan de A20 gekocht en plannen gemaakt voor de nieuwbouw van een bedrijfsruimte, maar daartegen maakte de nabijgelegen buurman bezwaar. Het werd een rechtszaak die we gelukkig wonnen, mede door steun van Burgemeester van der Goot. We zaten net twee weken in het bedrijf of Leen kreeg een hartinfarct. Dat was in 1991.’

Martine kwam helpen

Martine deed heao Small Business in Haarlem. Toen Leen uitviel kwam ze bij ons werken, onder andere om te helpen met het verkrijgen van een ISO-normering. Toen het wat beter ging met Leen, begon hij zich weer wat met het bedrijf te bemoeien. Hij zag kansen om uit te breiden naar voormalig Oost-Duitsland. De muur was net gevallen en we hadden daar al een aantal afnemers. In het kader van haar afstuderen, onderzocht Martine de mogelijkheid van een nieuwe vestiging in Leipzig, wat resulteerde in de start van een nieuwe verkooplocatie Bos Leipzig. Eind 1994 moest Leen het vanwege zijn gezondheid weer rustiger aan doen. Vanaf dat moment was ik mijn zakenpartner kwijt. Gelukkig nam Martine steeds meer verantwoordelijkheid op zich. Eigenlijk was het al heel vroeg duidelijk dat Martine later de zaak zou overnemen. Daarover hebben Leen en ik nooit getwijfeld en gelukkig is daar ook nooit strijd tussen de kinderen over geweest.

Overdracht aandelen

De jaren 90 waren moeilijke jaren met verschillende crises over de hele wereld en dat trof ons ook. We beleefden in die tijd wel een heel mooi hoogtepunt in 1996, toen werd Leen onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Leen werkte hier en daar nog ondersteunend in het bedrijf en we voelden samen niet meer de energie om het bedrijf naar een volgende fase te brengen. In 1997 was het geschikte moment om de aandelen te verkopen aan de kinderen. Martine werd algemeen directeur. Leen bleef nog tot begin 2000 verbonden aan de zaak, maar toen hij op vakantie in Thailand weer een hartinfarct kreeg, stopte hij definitief. Ik stopte vijf jaar later.’

Martine bleef groeien

‘Martine was intussen getrouwd en ze voerde de directie over het bedrijf. Daarnaast ging ze naar Nyenrode en ik zag hoe ze meer en meer aan zelfvertrouwen won. Toen Martine ging scheiden, stond ze er alleen voor. Maar ze bleef het bedrijf heel goed leiden. Het eerste grote project dat ze binnenhaalde, voelde terecht als een overwinning, want het was midden in de crisis. Dat was prachtig om te zien! Je zag haar groeien en dat bleef ze doen.’

Investeren is iets anders dan kopen

‘Leen kon wel tegen haar zeggen: “Koop het bedrijf van de buurman, koop een extra loods, koop grond. Dan word je groter”. Maar Martine investeert liever in mensen, in netwerken, in knowhow, in nieuwe producten en innovaties. Ze zorgt dat ze mensen om zich heen heeft met wie ze kan praten over wat haar bezighoudt. Nu is ze heel druk met duurzaam ondernemen en het klimaat. Ze ziet wat nodig is. De aankoop van Heat Matrix had heel wat voeten in aarde. Daar is ze intensief mee bezig geweest. Veel mensen raadden haar dat af, maar zij zag wat de combinatie Heat Matrix en Bos Nieuwerkerk haar klanten kan bieden. En nu geeft iedereen haar het grootste gelijk van de wereld. Ik ben blij dat Leen dit nog heeft kunnen meemaken.’

Zaken zijn zaken, maar zaken zijn vooral mensen

‘Ik vind het mooi te zien hoe Martine onderneemt vanuit het motto: zaken zijn zaken, maar zaken zijn vooral mensen. Dat was ook het motto van Leen en mij en wij hadden het weer van mijn vader, Jan van Driel. Die filosofie loopt al sinds de oprichting als een rode draad door het bedrijf heen.’